Verse champignons. Wij zouden ze het liefst van al met elk gerecht combineren. Maar hoe zorg je ervoor dat de smaak van de champignon tot zijn recht komt en niet verloren gaat tijdens de bereiding? Heel simpel: lees onze tips en je zal voor altijd lekkere champignons klaarmaken.
Tip 1: gebruik géén water
Champignons klaarmaken begint met deze gouden regel: gebruik géén water om de champignons te kuisen. Ze nemen zoals een spons al het vocht op, waardoor de meeste smaak verloren gaat. Gebruik liever een propere keukendoek of een champignonborsteltje om de aarde zachtjes af te wrijven of te borstelen.
Tip 2: bak op een hoog vuur
Bak de champignons op een hoog vuur, zodat het eventuele vocht dat vrijkomt onmiddellijk kan verdampen. Hierdoor hebben de champignons maar een korte baktijd nodig en blijven ze hun knapperige beet en smaak behouden. Wil je de champignons extra smaak geven tijdens het bakken met wat verse kruiden? Voeg de kruiden dan als allerlaatste toe aan de pan, anders zouden ze kunnen verbranden.
Tip 3: verdeel je porties
Voeg nooit té veel champignons in een keer toe aan je pan, maar geef ze liefst zoveel mogelijk ruimte om te bakken. Zo vermijd je dat de champignons in hun eigen vocht liggen garen, waardoor hun knapperigheid verloren gaat. Je porties verdelen tijdens het bakken is dus de boodschap!
Tip 4: niet roeren maar schudden
Probeer aan de drang te weerstaan om niet constant in je pan te staan roeren. Hierdoor worden champignons sneller plat. En gebruik bij voorkeur geen lepel, maar schud de pan boven het vuur zoals een echte hobbykok dat doet.
Tip 5: pas op met zout
Zout toevoegen tijdens het bakken van de champignons is een no go. Zout zorgt er namelijk voor de het vocht en de smaak uit de paddenstoelen getrokken wordt. Zien de champignons er lekker goudbruin uit? Haal je pan dan van het vuur en kruid af met zeezout of blus met Tamari.